Zomaar een ontmoeting (10)
Het lijkt erop of ze het tegen mij heeft. Ik zie althans haar lippen op en neer gaan en ze kijkt mij aan.
Maar ik ben nog te ver om de oude vrouw te verstaan. Ze kijkt in haar geruiten boodschappentrolley en roept weer wat.
Ik kom binnen gehoorsafstand.
,,Wat is er?”
,,Mun bôodschappe! Ik heb ze in ut buurthèùs laote ligge! Ik ha gevraogd of ik ze efkes apart mocht legge…un pèkske boter en un kèùpke boter…en naa zèèk ze vergeete mee te neme!”
,,Welk buurthuis?”
,,De Nieuwe Stede in de Capucijnenstraat!”
Dat zou op zich geen ramp hoeven te zijn, ware het niet dat we hier op de Noordhoekring staan.
,,Dat is nogal ‘n end terug.”
,,Jè, dès zeker.”
,,Ja, wat is wijsheid?”
Ze kijkt nog eens in de geruiten trolley, waar blijkbaar nog meer boodschappen in zitten.
,,Nou, ik gao irst mar is naor hèùs, dèk dees alvast thèùs heb en dan ziek wel verders.”
Ze loopt meteen door en zegt nog over haar schouder ‘Dank je wel, hè’.