Nagekomen mijmeringen (over Willem Wilmink) + een nieuw gedicht
Bij deze nog het juryrapport en de oorkonde van de Willem Wilmink Dichtwedstrijd.
Maar waar ik dit blog eigenlijk voor schrijf: ik wil met jullie een verhaal delen over mijn enige ontmoeting met de naamgever van de wedstrijd.
Het was maart 1991 en ik was als student Nederlands al aardig op weg naar de gesjeesde status. Toch was ik blij dat ik nog stond ingeschreven aan de Katholieke Leergangen, want Karel Eykman en Willem Wilmink kwamen een lezing bij ons geven. Ik wilde Wilmink graag ontmoeten, omdat ik net mijn allereerste eigen beheer-bundeltje had uitgegeven, waarin ik enkele malen een versvorm van hem geleend had.
Die bundel had in de korte tijd dat ie op de markt was al een aardige cultstatus verworven (als ik ‘m nu teruglees begrijp ik bij God niet waarom eigenlijk) en met jongehonderig fanatisme bracht ik mijn boekje aan de man. Heel wat medestudenten en een enkele docent gingen enthousiast tot de aanschaf over.
Maar de missie van die dag was natuurlijk die bundel aan Willem Wilmink overhandigen. Hij hoefde ‘m niet te kopen, als ie ‘m maar aannam.
Kort na zijn binnenkomst sprak ik Wilmink aan met de vraag of hij een meegebrachte bundel wilde signeren. Daarna toonde ik met trillende handen mijn eersteling, opengeslagen op een pagina met de gebruikte versvorm. Ik vroeg voorzichtig of ik hem een exemplaar aan mocht bieden.
,,Mag ik dat hebb’n? Och, wat leuk!” riep hij enthousiast.
Na een kort vervolgpraatje begaf ik mij, nog nabevend en schuddend, terug naar mijn stoel, gadegeslagen door een stomverbaasde menigte medestudenten.
Tijdens zijn lezing begon Wilmink te vertellen over de betreffende versvorm en hij hield daarbij ineens mijn boekje omhoog.
,,Ik heb hier trouw’ns ook nog ‘n bundel van Ko de Laet, ‘Dichter in Làs Vegàs’, en daar staet die versvorm ook in!”
Hilariteit alom, alle gezichten mijn richting in. Reclame die je niet kunt kopen, dacht ik nog.
Maar nee. Zo vlot als de verkoop van mijn bundel van tevoren was gegaan, zo stroef ging het daarna.
Leuk dat ik met mijn bundeltje zo aan de weg timmerde, maar wie als ‘eigen’ wordt beschouwd mag natuurlijk niet écht succesvol worden. Dat is iets voor mensen die je van TV kent. Leerde ik toen.
Desalniettemin was het een dierbare ontmoeting met de meester zelf. En de versvorm van Willem Wilmink is een dankbaar schema gebleken. Verspreid over mijn twintig dichtbundels dook hij regelmatig op en ook voor de actuele verzen die ik op deze site schrijf wil ik hem af en toe graag inzetten.
Het is een -ogenschijnlijk- vrij eenvoudig schema van drie zesregelige strofen. In Wilmink’s debuutbundel ‘Brief van een Verkademeisje’ (1966) komen we een duidelijke voorstudie van dit schema tegen in het gedicht ‘Een hondelied’, dat overigens uit vijf strofen bestaat. Daarna zien we het schema terug als strofe in achtereenvolgens Het Roverslied (voor de Stratemakeropzeeshow) en De oude school (uitgevoerd door Wieteke van Dort en Don Quishocking). De definitief uitgekristalliseerde vorm vinden we in de vele liedjes die Wilmink schreef voor de orgelman (Edwin Rutten) in Het Klokhuis. Deze liedjes werden ook weer opgenomen in verschillende bundels van Wilmink, zoals ‘Ze zeggen dat de aarde draait’ en ‘Moet worden gevreesd dat het nooit bestond?’. Ook Joost Prinsen zong in zijn theatershow enkele van deze orgelman-liedjes/gedichten.
Hierbij een voorbeeld van mij. Van een schema dat Willem Wilmink al vanaf het midden van de jaren zestig vergezelde. En dat voor mij ook alweer bijna vijfentwintig jaar dierbaar los-vast gezelschap is.
Een oude vriend
Toen ik pas zijn debuut herlas
Besefte ik iets, want daar was
Dat schema al
Nou ja, veeleer een vorm die aan
Dat schema was voorafgegaan
In elk geval
Het is een zeer vertrouwd gezicht
Voor wie ineens in een gedicht
Of in een lied
Dat uitgesproken Wilmink-raam
-Zo welbekend, maar zonder naam-
Verschijnen ziet
Een versvorm als een oude vriend
Het hele oeuvre overziend
Een vast patroon
En wat hij in die strofen schreef
Was veelomvattend, maar het bleef
Welhaast gewoon
****
Met dichten op maat kan ik veel toevoegen aan uw symposium, congres of welk evenement u dan ook organiseert. Die ene invalshoek over dat ene onderwerp geeft een extra dimensie aan een event. Dichten op maat kan reflecteren en amuseren, afgemaakt met een stand up-achtige presentatie. De gedichten worden ter plekke geschreven in ambachtelijke rijmschema’s. Meer hierover op http://www.kodelaat.nl/dichten-op-maat/