ETZ etc. 13 LIBRA

Het is meteen na het ontbijt Grote Opruiming op mijn kamer. Gelukkig is Mijn Geliefde erbij om mij te helpen met de verhuizing. Het merendeel van de bagage hebben we gelukkig al ingepakt gisteren. De immer goedlachse Gaby komt mij vrolijk buitenwerken met een stapel overdrachtspapieren die ik nog moet tekenen. ,,Ko, het was leuk om met je te kletsen over je werk en zo. Tot ziens, hè.”

Een andere verpleegkundige legt ons nog compact de route naar Libra uit. Zijn lichaamstaal duidt op haast en behoefte aan afronding.

Ik heb hier drie weken rondgehangen en er is duidelijk druk op de ketel. Genoeg gelachen met mij, ik moet in ieders hoofden plaatsmaken voor de volgende. Die hopelijk wat korter blijft.

Want drie weken is erg lang naar de huidige maatstaven. Ik zou eigenlijk fysiotherapie aan huis krijgen, maar omdat de wachtlijst daarvoor te lang was mag ik voltijds therapieën bij Libra. Zo behoor ik waarschijnlijk tot de weinigen voor wie een lange wachtlijst in het voordeel is.

Met Mijn Geliefde neem ik de lift naar beneden. We moeten bij Muziekids linksaf, een deur door en dan door een vrij kaal gangenstelsel, dat aanvoelt als een niemandsland.

Aan de ruimte waar we uiteindelijk moeten zijn, voelt alles onwennig. Het cultuurverschil met het vertrouwde ETZ Elisabeth is meteen tastbaar. Het is kaler, soberder, ietwat Spartaans ingericht. Een  verpleegkundige komt mij attent tegemoet.

,,Heer De Laat, welkom.”

Ik word naar mijn kamer begeleid. Als mijn ETZ-verblijf een royale hotelkamer was, is dit een Stay Okay. Ik hoef ‘m niet te delen; dat is nog een relatieve meevaller.

Ik krijg een hele trits intakegesprekken. Mijn Geliefde blijft gelukkig lang bij me.

Maar ook zij moet na een paar uur verder. Het is stil hier. Ik ga eens in de deuropening staan en kijk over een lege gang uit. Soms komt er een verpleegkundige langs die vraagt of ze helpen kan. Mijn oneliner over contact met de buitenwereld wordt met schaapachtig gegrinnik begroet. De contacten met artsen en verplegend personeel blijken sowieso summier te zijn. Met de therapeuten iets meer, omdat je met hen samen aan iets werkt.

Ik vind vrij snel mijn draai in het ritme van therapie, rusten, therapie, rusten, eten enzovoorts.

In het weekend mag ik naar huis en ik loop steeds vaker over de gangen van ETZ Elisabeth, wat de dagen ietwat verlevendigt. Ik loop sowieso steeds langere afstanden en mijn hand wordt vinger voor vinger ook steeds gewilliger.

De ellende lijkt voorbij, ware het niet dat er op de achtergrond iets speelt dat zich langzaamaan naar voren dringt.

Facebooktwitterlinkedin