ETZ  etc. deel 2: Naasten

De meeste andere patiënten zijn onzichtbaar voor mij. Ik kan en mag immers niet eens van mijn bed naar mijn tafeltje strompelen. Laat staan andere kamers aandoen. Geeft niet, want ik heb voorlopig genoeg aan mijn drie kerntaken: grip op de rollator houden, de remmen goed bedienen en tijdig mijn onwillige rechtervoet optillen.  Het is telkens weer een helse expeditie. Met daarna een noodzakelijke rustpauze op bed.

Socializen is er dus niet bij. Al is er soms een spontaan bezoekje. Zoals de vrouw met het motormerkshirt, die binnen rollatort. ,,Ja, ik loop even bij iedereen langs. Want wij zaten dus in de uitzending”, zegt ze met een door tabak gebronsd stemgeluid.

Ik weet zo gauw weinig meer uit te brengen dan ,,Welke uitzending?”

,,Ja, dat was over mensen met wie wij te maken hebben gehad en nu niet meer.”

Omdat mijn reguliere bezoek arriveert, moet ze mij de rest van het verhaal schuldig blijven. Ik zal het ook nooit weten. Soms passeert ze nog, maar dan houdt ze het bij een groet en een zinnetje over het weer.

Verder zijn het vooral stemmen die ik meekrijg. Twee à drie deuren verder ligt een vrouw aan wie de verpleegkundige elke ochtend weer vraagt of ze weet waar ze is. Steevast noemt ze haar huisadres.

Vanuit een andere hoek klinkt geregeld een vaag gekreun, waarin ik gaandeweg een vast ritme ontdek.

En dan is er de stem van mijn buurvrouw. We delen de badkamer, maar door een elektrisch schuifdeurensysteem kunnen we elkaar tijdens het gebruik niet kruisen. Ik hoor haar wel als ik op de wc  zit. Haar klaagzang tegen haar zoon, waarbij ze telkens met vertrek dreigt, is voor mij als een dagelijkse soundtrack met tekstsamples. Eenmaal is er een storing in het schuifdeurensysteem, waardoor de buurvrouw ineens in de badkamer staat. Ik zit op de wc, maar heb gelukkig mijn broek al opgetrokken. Ik groet haar vriendelijk. Ze stamelt een eindeloze litanie aan excuses. Ik spreek haar zo geruststellend mogelijk toe. Bovendien heb ik toch al op de bel gedrukt voor de verpleegkundige die mij weer naar bed gaat begeleiden. Ik praat de tijd vol totdat deze arriveert. Ze verhelpt met een snelle druk op een knop de storing, leidt de buurvrouw terug naar haar kamer, sluit haar schuifdeur en begeleidt mij daarna op mijn kruisweg terug. Even later hoor ik haar kalmerend inpraten op mijn buurvrouw, die nog steeds niet over de schrik heen is. Het gaat allemaal in een moeite door. Just another day at the hospital. Wat zeg ik? Just another minute.

Facebooktwitterlinkedin