Zomaar een ontmoeting (6)

De man voor de etalage van Boekhandel LIVIUS De Zevensprong ziet dat ik aanstalten maak om eveneens de nieuwe aanwinsten te bekijken. Hij doet een galant stapje opzij.
,,U hebt het allemaal gezien?” vraag ik.
Hij knikt bescheiden.
,,Zit er iets bij?”
,,Nou…” De man rangschikt zijn gedachten voor hij ze uit gaat spreken.
,,Michael Ignatieff is wellicht iets voor u, als u ‘n beetje filosofisch bent….Annie Ernaux is nu heel erg in de mode natuurlijk….De dichtbundel van Sasja Janssen krijgt goede recensies…Maar ik heb het zelf nog niet gelezen! En dat gedicht van Marjoleine de Vos dat daar hangt vind ik erg mooi…”
Hier maakt zijn terughoudende wijze van formuleren plaats voor ingetogen enthousiasme.
We wisselen nog wat zinnen over het boekenaanbod. Ineens staat er een vrouw met een fiets naast mij. Zij is zijn klaarblijkelijke geliefde. Ze wenkt hem om te gaan. Hij stapt ook op zijn fiets, die ik eerder niet met hem geassocieerd had. Ze wensen mij prettig weekend.
Daags daarna ga ik terug naar de etalage om alle schrijvers en titels nog eens in me op te nemen. En daarmee ons gesprek te reconstrueren. Opdat al zijn tips niet helemaal voor niets zijn geweest.
Het gedicht van Marjoleine de Vos, Reisdoel, is inderdaad mooi. Het begint met de vraag (ik citeer niet letterlijk) of iemand haar leven soms gezien heeft. Ik herken iets van mijn eigen levenswandel in de slotregels ,,Maar ik zie haar wegen/ krullen op de kaart/Mijn leven dwaalt zo sierlijk: elke omweg/lijkt de moeite waard.”
Ik bedank de man die mij hier op wees in stilte, temeer omdat ik door zijn abrupte vertrek niet aan het uitspreken van een bedankje toekwam.
De stille kracht van een bescheiden ambassadeur.

Facebooktwitterlinkedin